Annelijne

Wat ik je vragen wil: Wat vind jij ervan dat je steeds verbeterd wordt?

Marlies
Van: Marlies
Aan: Annelijne
Onderwerp: Wat vind jij ervan dat ik jouw woorden en zinnen verander?

Hoi Annelijne

Ik heb een vraag waar ik mee zit.
Jij stuurt de stukken die je schrijft voor ons blog naar mij toe.
We hebben afgesproken dat ik ervoor zorg dat de woorden juist gespeld staan en dat de zinnen goed lopen, zodat wat je te vertellen hebt, goed naar voren komt.
Als ik dat gedaan heb, stuur ik het naar jou op en keur jij het goed (of niet natuurlijk).

Dat vind ik best spannend.
Soms moeten zinnen veranderd worden, zodat ze goed leesbaar zijn.
Ik denk dan: “Zou Annelijne het niet vervelend vinden dat ik aan haar haar woorden kom.
Zou ze het niet erg vinden dat ik haar zinnen soms omgooi?”

Maar wat ik inmiddels geleerd heb, is dat het niet handig is om voor anderen te denken.
Ik kan het beter aan jou zelf vragen.
Jij kent jezelf het beste!

Mijn vraag aan jou:
Wat vind jij ervan dat ik jouw woorden en zinnen verander om er een goed lopend verhaal van te maken?
Vind je dat vervelend?

Liefs,

Marlies


Annelijne
Van: Annelijne
Aan: Marlies
Onderwerp: RE: Wat vind jij ervan dat ik jouw woorden en zinnen verander?

Hoi Marlies

Ik vind het niet vervelend.
Ik ben niet anders gewend.

Als je een klein kind bent, word je verbeterd.
Je vindt het niet zo erg als iemand anders dat doet.
Je bent aan het leren.
Op een gegeven moment is dat klaar.
Dan kun je het zelf.

Maar ik merkte dat dat bij mij niet zo werkte.
Het lukte mij niet om het zelf te doen.
Ik merkte dat er niet op papier kwam wat ik in mijn hoofd had.
Ik moet toegeven, het voelt soms vreselijk dat je altijd geholpen moet worden.
Maar het zal zo blijven.
Ik weet dat als ik iets schrijf er niet komt te staan wat ik wil.

Laatst was ik op school toen moesten wij een opdracht doen bij Nederlands.
We moesten twee teksten schrijven.
Eén tekst moest je zelf doen.
De andere mocht je met z’n tweeën schrijven.

De eerste tekst had ik zelf geschreven.
Bij de tweede zei ik wat er moest staan.
Degene met wie ik de opdracht deed, schreef het op.

De leerkracht las de teksten.
Ze dacht dat de eerste door een kleuter geschreven was.
En van de tweede dacht ze dat we hem van internet hadden gehaald, omdat hij zo goed was.
Allebei de teksten waren mijn woorden.

De eerste tekst moest ik zelf schrijven.
Daar stond dus niet dus wat er moest staan.
Maar als de docent mij had gevraagd: “Annelijne, vertel eens wat je geschreven hebt”, dan zou ik een zelfde soort tekst geven als de tweede.
Ik kan het alleen zelf niet goed op papier krijgen.
Het lijkt dan misschien of ik het niet kan.

Daarom heb ik dus hulp van anderen nodig.
Met behulp van anderen lukt het wel om de woorden op papier te krijgen zoals het bij mij past.

Groetjes,

Annelijne

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *