Waar Kinderen (Net Als Wij) Op Zitten Te Wachten

Het is vrijdagavond. Nadat je uit je werk gekomen bent, ben je naar huis gesneld en heb je je mooiste outfit aangetrokken om vervolgens meteen weer te vertrekken naar een feestje ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het kantoor waar je partner werkt.

Het is een sjieke gelegenheid met allemaal net iets te net aangeklede dames en heren die jij persoonlijk nog nooit gezien hebt en die ook niet helemaal jouw smaak zijn. Je staat wat te praten met een collega van je partner en net op het moment dat je partner je voor wil stellen aan zijn baas gebeurt het meest verschrikkelijke dat jou op dat moment kan overkomen: je stoot je glas rode wijn om. De wijn stroomt met volle vaart het glas uit en druipt van de tafel de grond op.

Je partner springt op en roept: “Lieve help, wat ben je toch vreselijk onhandig. Je kunt toch wel van tevoren bedenken dat je je wijn niet op het randje van de tafel moet zetten. Hup, ga snel een doekje halen en veeg het onmiddellijk op. En drink in het vervolg alsjeblieft je wijn meteen op. Dan kan het ook niet omvallen. Nou hup, ga een doekje halen.” (En vervolgens zegt hij net iets te hard tegen zijn baas, zodat jij het woord voor woord kan verstaan: “Sorry hoor. Ze is toch zo onhandig. Dat gebeurt nou elke keer. Zal ze het ooit leren? Maar goed, verder is het een beste vrouw hoor!”)

Hoe voel jij je? Voel je je groeien van binnen? Voel je de liefde voor je partner stromen? Voel je je gemotiveerd om snel een doekje te gaan halen om de wijn op te ruimen? Of denk je: “Stik er maar in met je stomme collega’s. Ik ben weg en ik hoef je voorlopig niet te zien.” (En dat is misschien nog netjes geformuleerd).

Hoe zou het zijn als deze scène anders verliep? Op de volgende manier bijvoorbeeld?

Je bent nog steeds op dat feestje ter gelegenheid van het 50-jarige bestaan van de zaak van je partner. Met nog steeds die net iets te net geklede dames en heren die jij nog nooit hebt gezien. Je staat wederom met een collega van je partner te praten en op het moment dat je partner je voor wil stellen aan zijn baas stoot jij dus dat glas met die rode wijn om. De wijn stroomt van de tafel af, de grond op.
Je partner springt snel op en zegt: “O jee. Hier. Mijn zakdoek.”

Hoe voel jij je dan?
Je baalt misschien dat je te midden van al deze onbekende mensen een glas wijn hebt omgegooid, maar de kans is groot dat je meteen tot actie over gaat. Waarschijnlijk zeg je zoiets als: “O dank je. En veeg je het ergste vast op en haal je vervolgens een doekje om de rest op te ruimen. En als alle wijn opgeruimd is vervolg je waarschijnlijk je kennismaking met de baas van je partner. Wellicht werkt dit hele voorval in je voordeel en maak je er een grapje over om het ijs tussen jou en de baas van je partner te breken.

En weet je…

Kinderen hebben ook behoefte aan zo’n reactie. Kinderen vinden die eerste reactie net zo naar als jij! Zij zouden ook kiezen voor de tweede variant.

Als een kind zit te kleuren en per ongeluk zijn beker limonade omstoot zit het dus ook echt niet te wachten op een reactie als: “O, ik had toch zo gezegd, drink eerst je drinken op. Wanneer ga je eens luisteren. Dit is nu al de derde keer deze week. Kun je nu niet eens beter uitkijken. Hoe moeilijk is het om gewoon te drinken. Zelfs je broertje van 3 kan fatsoenlijk zijn beker leeg drinken.” Enzovoort.

Nee, daar word je kind echt niet vrolijker van. Je kind denkt niet ineens: “O ja, dat is natuurlijk helemaal waar. Ik kan het beste mijn beker eerst leegdrinken. Wat fijn dat mijn ouder mij eraan herinnert.”
Het zal zich eerder gekleineerd voelen, gekwetst. Het zal onaardige dingen denken. Misschien wil het wel wraak nemen (en gebruikt het zijn kleine broertje daarvoor).

Kinderen vinden het (net als wij) ook veel fijner als je bij de zoveelste omgevallen beker zegt: “O jee, ik zie dat er limonade gemorst is” en hem vervolgens een doekje overhandigt met de mededeling: “Ik denk dat je deze wel kunt gebruiken”.  Of zelfs nog korter: “Hier een doekje”
Het magische is: Ze zullen de geknoeide limonade uit zichzelf gaan opruimen. Zonder mopperen, zonder zeuren.

Het grote geheim in de communicatie met onze kinderen is het gebruik van oordeelloze woorden. Het zorgt ervoor dat je kind zelfs bij het omstoten van zijn beker limonade groeit, zelfstandiger wordt en een groter verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkelt.

Geen persoonlijke aanvallen dus. Geen preek over hoe lomp je kind zich gedraagt. Geen uitweidingen over hoe onhandig je kind is en wat het in het vervolg beter kan doen of laten. Dat kan het heus zelf bedenken.
Richt je enkel op wat je ziet of hoort én wat nodig is om de situatie op te lossen: “O je beker is omgevallen, hier een doekje” Of “Als je limonade morst, heb je een doekje nodig”.

Laten we ons oordeel over onze kinderen wegpoetsen uit onze woorden en enkel de situatie beschrijven. Geloof me. Onze kinderen zullen ons dankbaar zijn!  Dankbaar dat we er geen scène van maken. Dankbaar voor ons vertrouwen dat ze het zelf op kunnen lossen. Dankbaar voor het feit dat we ze de kans geven om hun verantwoordelijkheidsgevoel te ontwikkelen.

En dat allemaal met één zinnetje: “Schat, hier… een doekje”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *