Stem van de leerling: Kinderen dwingen me een betere versie van mezelf te zijn

“Kinderen dwingen me een betere versie van mijzelf te zijn”, waren woorden van Laurentien van Oranje tijdens het symposium “Stem van de leerling” te Rotterdam.
Woorden die zich nestelden in mijn hart en die die plek niet meer wilden verlaten.
Woorden die me terugbrachten naar een poosje terug.
Naar een plek in Arnhem, waar ik als begeleider deelnam aan een logeerweekend.

Te gehaast en te vermoeid was ik aan het weekend begonnen.
Mijn drukke programma van de voorbije week kleefde nog aan me.
Mijn programma van de week die zou komen, stond al voor mijn ogen klaar.
Te gehaast, te vermoeid, te druk met het verleden, te serieus kijkend naar de toekomst,
het was niet bepaald de versie van mezelf waar ik bekend om wilde staan.
Het was niet bepaald de versie die ik voorgenomen had te zijn.
Het was wel de versie die ik verworden was.
Maar dat zou snel veranderen. Al wist ik dat op dat moment nog niet.

Dat zou in één klap veranderen door haar vraag.
De vraag, die me van het één op het andere moment uitnodigde om deze versie van mijzelf te verruilen voor de versie die ik zoveel liever was.
De versie die me zoveel beter paste.
Waar zij en ik op dat moment zoveel gelukkiger van werden.

Ze vroeg: “Ga je mee mijn hond uitlaten?”
“Je hond uitlaten?” herhaalde ik verbaasd. “Nu?”
Ik keek naar buiten.
“Het regent dat het giet!”
“Weet ik”, lachte ze. “Maar honden moeten nu eenmaal uitgelaten worden. Ook als het regent!”

Ik dacht aan mijn paraplu, die nog thuis lag.
Ik dacht aan de natte kleren, waar we de rest van de dag mee rond zouden lopen.
Ik dacht aan elke mogelijke manier om onder deze natte wandeling uit te komen.
Maar in haar ogen vond ik geen spoortje dat verraadde dat ze van plan was om van gedachten te veranderen.
Ik gaf me gewonnen.
“Je hebt gelijk”, lachte ik terug.
“Honden moeten nu eenmaal uitgelaten worden. Ook als het regent!”
Dus verdwenen we in de stromende regen.
Zij, haar hond en ik.
Het werd een wilde tocht. Haar hond rende en rende en sprong om ons heen.
Ik rende en rende en sprong met hem mee.
Zij volgde ons. Ze keek naar ons en lachte.
Ze lachte en riep haar hond.
Zonder aarzeling rende hij op haar af en sprong kwispelend om haar heen.
Ze beantwoordde het gekwispel met een aai over zijn kop.

“Weet je dat ik er soms zo van baal dat ik gehandicapt ben”, zei ze. Zomaar vanuit het niets.
“Vooral op deze momenten. Ik zie jullie twee zo rennen en dollen. Ik kan dat niet. Ik kan alleen maar zo lopen”. Ze wees op haar rollator waarmee ze zich moeizaam vooruit bewoog.
“Dat lijkt me soms echt balen”, gaf ik haar terug.
“Maar het is zoals het is”, verzuchtte ze.
“Het is zoals het is”, zuchtte ik terug, terwijl ik ons naar de deur dirigeerde.

“O maar, we gaan nog niet naar binnen”, lachte ze me toe. “Hij is nog lang niet uitgerend.”
Zo snel als ze kon, liep ze het pad weer op. Op weg naar een nieuwe ronde.
Een nieuwe ronde in de stromende regen.

“Waarom heb ik het idee dat ik niets in te brengen heb hier!” riep ik, terwijl ik het tweetal lachend volgde op weg naar deze nieuwe ronde.
Deze nieuwe ronde, nog steeds in de stromende regen.

“Dat wordt straks poetsen”, riep ze me toe.
Ze wees naar de modderpoel waar een zwart, bijna onherkenbaar wezen heen en weer lag te rollen.
“Lekker dan”, antwoordde ik terug. “Als we terug zijn, pakken we direct handdoeken om hem schoon te maken, of heb je zin om het hele huis te gaan poetsen?”
Lachend schudde ze haar hoofd.

“Wil je dan echte handdoeken of fantasie?” vroeg ik haar, terwijl we daar zo liepen.
“Doe maar fantasiehanddoeken. Dat is wel zo gemakkelijk”, antwoordde ze daar in de stromende regen.
Zo liepen we door tot haar hond er genoeg van had.

Nooit eerder had ik zo’n bijzondere wandeling gemaakt als met haar en haar hond.
De hond waar we beiden zo’n mooie voorstelling van konden maken.
De hond die ze me had leren voelen,
die ze me had leren horen,
die ze me had leren ruiken,
die ze me had leren zien.

Dit meisje daagde me uit om de versie te worden die ik het liefst wilde zijn.
De versie die me beter paste dan welke dan ook.
De versie vol verbeelding, vol verwondering, vol lol.
De wereld om ons heen vergetend.

Ze leerde me te zien dat je niet altijd binnen de lijntjes hoefde te blijven.
Dat het soms zoveel leuker en mooier is, daar buiten die lijntjes.

Zonder haar, was ik niet zo ver gekomen.
Daar.
In de stromende regen.
Lopend met zijn drietjes.

Zij, haar fantasiehond en ik.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *