Niet rennen in de gang

“Niet rennen in de gang!”
Ik hoor het mezelf nog roepen.
(Nee sorry, niet roepen, maar ‘luid zeggen’.  Roepen lijkt op schreeuwen en dat was ook niet toegestaan).
Niet rennen in de gang.
Deze regel gold al toen ik zelf als klein meisje door de gang huppelde.
Hij was er nog steeds toen ik zelf juf was.
De kans is groot dat deze regel de komende jaren zal blijven gelden.
Eerlijk is eerlijk. Ik had echt goede redenen om dit verbod op het rennen te handhaven.
Ik geloofde er heilig in dat dit het aantal gaten in hoofden, hersenschuddingen, andere verwondingen, conflicten en ongemakken kon verminderen.
Het enige kleine, lastige detail… Het lukte me maar niet om alle kinderen het nut hiervan te laten inzien.

“Ja juf. Sorry juf”, was het standaard antwoord op mijn preek met als boodschap dat het onverantwoord en gevaarlijk was om zo hard door de gang te rennen. Enkele seconde lukte het ze om hun tempo aan mijn verwachtingen aan te passen. Tot ze uit het zicht verdwenen waren en hun voeten hun beloften niet meer waar konden maken.
“Ik hoor het wel….”, probeerde ik nog in een laatste poging. Maar een antwoord volgde niet meer.
Het was hopeloos.

Ik weet niet meer waar ik was. Ik weet niet meer waarvoor ik daar was. Ik weet ook niet meer hoe we op het onderwerp kwamen. Maar ik kwam in gesprek over deze kwestie met iemand die niets van kinderen wist en ook niets met onderwijs of opvoeding te maken had. (En die er, naar ik vermoedde, ook niet heel veel mee te maken wilde hebben.)

“Ik snap niet waar je je druk om maakt”, was zijn antwoord.
Weet je wanneer je je zorgen moet gaan maken…. Als er niet meer gerend wordt in je school.
Als dát moment aangebroken is, kun je de boel sluiten”. Dan is er iets goed mis.
Een school waar niet meer gerend wordt, is een school zonder leven.

Ik sprak ze nog steeds aan sinds dat gesprek. Maar mijn intentie was veranderd. Mijn toon was milder. Mijn woorden vriendelijker. Mijn oog knipoogde meer.

Nog steeds verschijnt er bij elk door de gang rennend kind diep van binnen een glimlach.
Een glimlach en de gedachte: Gelukkig. Deze school leeft nog!

 

 

2 reacties

  1. prachtig om te lezen en om te weten dat er ook nog personen zijn die dit oogluikend, met een knipoog toelaten. Natuurlijk moet je voor veiligheid zorgen, maar kinderen moeten ook kunnen ervaren, uitproberen, bewegen, grenzen van hun kunnen opzoeken. Leer ze de gevaren inzien en wat de gevolgen kunnen zijn. Het kind kan ook zelf bepalen wat het durft en kan. Wat ik hiermee wil zeggen is, geef het kind wat ruimte. Mijn kleuters klimmen in de lantarenpaal op de speelplaats, ik sta erbij en bied veiligheid. Ik heb vroeger ook in bomen en lantarenpalen geklommen samen met mijn broers en ook op de gangen gerend, dat was spannend, wie was het eerste buiten, wie werd er gesnapt en moest 100 strafregels schrijven of op het strafbankje zitten. Ik geniet er nog steeds van als ik hieraan terugdenk, de kick, de adrenaline.

  2. Geweldig om te lezen dat kinderen eigenlijk veel meer leren dan waar ze toetsen en cijfers voor krijgen. Het is goed je te realiseren dat die ‘andere’ dingen (vaardigheden en waarden) die ze leren in de schoolsituatie eigenlijk veel belangrijker zijn in het leven.
    Daar moeten ze dus de gelegenheid voor krijgen en geen frustraties over opdoen. Dat is fijn opgroeien.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *