Hoe onderpresteerders opeens superpresteerders werden

Een paar weken geleden was ik in Rotterdam. Op de Blaak om precies te zijn, de plek waar ik vier jaar lang studeerde. Het was één van die zeldzame momenten dat ik helemaal alleen was met twee kostbare uren in het vooruitzicht waarin ik kon doen wat ik wilde. Dus koos ik ervoor om naar mijn favoriete plek te gaan. Ik liep zo’n honderd meter verder en sloeg rechtsaf, de bibliotheek in. Vervolgens begaf ik mij naar mijn favoriete verdieping: de vijfde. Een hele etage vol met nog onbekende kennis, strategieën, en inspirerende verhalen over onderwerpen waar mijn passie ligt: psychologie, pedagogiek, onderwijskunde.

Terwijl ik langs de boekenkasten slenterde, trok ik af en toe een boek van een plank dat mijn aandacht op een of andere manier trok. Het allereerste boek dat ik uit de kast trok was  “8 to be great” van Richard St. John. Ik klapte het open op de pagina met de enorm titel: “Onderpresteerders veranderen in superpresteerders zodra zij hun passie gevonden hebben”. Met daaronder een groot rood hart als illustratie. De eerste zinnen van het hoofdstuk waren genoeg om mijn gedachten de rest van de dag bezig te houden. Het hoofdstuk begon met de vraag “Waarom willen we dat kinderen overpresteren, terwijl zoveel succesvolle mensen begonnen zijn als onderpresteerders?” Die vraag bracht me terug naar mijn eigen leerkrachttijd die zo’n 6 jaar geleden eindigde. Hoe zat dat met de onderpresteerders in mijn klas?

Hoe zat dat met dat verlegen meisje daar rechtsachter in de klas? Het meisje dat zo slecht was in rekenen. Wat heeft het enorm veel moeite gekost om die verdraaide tafels erin te stampen. Maar hoe moeiteloos onthield ze alle namen van de talloze Pokémonfiguurtjes met al hun eigenschappen daar nog bij. Dat was het onderwerp waar zij zich in interesseerde. Daar lag haar passie. Daar wist ze ons tot in detail alles over te vertellen. Ze gaf ons meerdere malen een professioneel en deskundig college over de manieren van evolutie van de verschillende figuren.

En wat tobden we over die jongen in groep zes die op alle gebieden ver onder de maat presteerde. Wat was hij ongemotiveerd. Daarbij verstoorde hij continue de rust in de klas.
Maar op onze discomiddagen transformeerde hij tot een groot organisator én professioneel dj. Zorgvuldig installeerde hij al zijn geluidsapparatuur, terwijl hij ondertussen de discocommissie aanstuurde om de klas om te bouwen tot een ware feesttent.
Hij was de held van de discomiddagen. Bij hem moest je zijn om je favoriete nummer aan te vragen.

En wat maakte we ons zorgen om die jongen die zijn werk maar niet wilde maken en urenlang boven zijn schrift bleef hangen zonder dat er iets zinnigs op papier kwam. Maar buiten “werktijd” organiseerde hij moeiteloos een spannende hamsterquiz. Samen met zijn medequizmaster stelde hij tijdsschema’s op om ervoor te zorgen dat iedereen aan de beurt kwam. Hij hield de scores bij en zorgde voor een officiële ranglijst.
Daar stond hij als grote ster op de gang, omringd door alle andere kinderen uit de klas die zich om hem heen verzameld hadden, om maar niets te hoeven missen van de andere kandidaten. Nog nooit was het werk van de kinderen zo snel af. Niemand wilde een aflevering van de hamsterquiz missen.
Na de laatste aflevering werd de quiz opgevolgd door een stenenmuseum compleet met openingstijden, beveiligingssysteem, toegangskaartjes en een betalingssysteem.
Als bezoeker kwam je niet zomaar binnen. Om rond te mogen kijken, moest je, zo had hij bedacht, een bijdrage leveren aan het museum. Zodra de deuren van het museum open gingen, stonden alle kinderen in de rij voor de kassa om naar binnen te mogen gaan met in hun hand hun mooiste, meest glimmende steen als betalingsmiddel.

Ik weet niet hoe het vandaag de dag met deze kinderen gaat of wat ze nu doen. Ik ben ze uit het oog verloren. Maar nu zoveel jaren later hoop ik met heel mijn hart dat ze niet teveel waarde hebben gehecht aan de opmerkingen die op hun rapport stonden over hun werkhouding, prestaties en inzet voor schoolse vakken. Ik hoop dat ze verder gegaan zijn met waar ze meester in waren, met de dingen waar hun hart lag, hun passie, hun liefde.

Deze kinderen waren onderpresteerders in schoolse vakken, maar superpresteerders op hun eigen vakgebied, het vlak waar hun passie lag.
En dat was niet een kwestie van talent. Dat was een kwestie van elk moment aanpakken om te doen wat je het liefst doet. Het was een kwestie van elk moment aangrijpen om te doen waar je hart sneller van gaat kloppen. Een kwestie van doen waar je je het liefst de hele dag in zou willen storten om je vervolgens in de tijd te verliezen.

En ieder kind heeft zo’n passie waarvan zijn hart gaat gloeien. Het enige wat wij hoeven te doen is het wat ruimte geven, zodat het zich daarin kan verliezen. Dan blijkt dat ongeconcentreerde, ongeïnteresseerde, en onder onze maat presterende kind opeens een superpresteerder te zijn. Een superpresteerder op zijn vakgebied!

heart

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *