(En je versterkt zelfs de band tussen jou en je kind en je kinderen onderling)
De vakantie is nu voor alle kinderen begonnen.
De hele dag bij elkaar! Gezellig natuurlijk.
Maar dat gaat vaak ook gepaard met meer conflicten, meer ruzies.
Ouders worden flink op de proef gesteld.
Wat kun jij het beste doen als een van je kinderen wrijvend over een rode wang, luid snikkend bij je komt met de mededeling: “Ze heeft met geslagen! Ik zei haar dat ze niet dat aan mijn speelgoed mocht komen en toen sloeg ze me”.
Drie tips om vakantieruzies te overleven (en je versterkt er de band met je kinderen en tussen kinderen onderling ook nog door!)
Tip 1: Blijf neutraal: kies geen partij
Wij hebben vaak de neiging om de dader op het matje te roepen:
“Kom eens heel snel hier”.
“Ben je gek geworden, je slaat toch niet zomaar”
We doen dit met de beste bedoelingen. We willen het slachtoffer helpen door de dader te straffen.
Maar het slachtoffer voelt zich hier niet door geholpen. Het voelt zich vaak nog rotter dan voorheen.
Het heeft al een klap gekregen en nu gaat alle aandacht naar de andere partij.
Misschien voelt het zich ook wel schuldig, omdat het zelf ook niet totaal onschuldig was.
Naast de pijn van de klap, de schrik, de eventuele schuldgevoelens, voelt het nu misschien nu ook de pijn van eenzaamheid.
Kies dus geen partij.
Kies er voor om je kind te troosten. Neem je kind bijvoorbeeld op schoot, of houd het alleen maar vast en zeg iets als: “Dat heeft vast heel veel pijn gedaan.”
Of “Het is altijd naar als je ruzie hebt he?”.
Meer niet. Je geeft een kind zo toestemming om zijn gevoel te uiten (zonder dat je iets of iemand veroordeelt).
Belangrijker nog: je laat je kind merken dat jij hem ziet!
En de dader?
Laat je die ongestraft lopen?
De dader kent vaak echt zijn rol wel. Ook zonder dat jij hem nog eens inwrijft.
Juist doordat we niet met onze beschuldigende en oordelende vinger wijzen of aandacht aan hem besteden moet het helemaal zelf zijn verantwoordelijkheid nemen.
Het kan het niet afschuiven op een “klikspaan” of op een partijdige ouder.
En ook hoeft het zo niet meer verantwoordelijkheid te nemen dan op hem neer komt (want was er wel sprake van één dader en één slachtoffer?)
Door geen partij te kiezen leer je kinderen zelf uit te zoeken hoe zij erin staan. Wat ieder zijn verantwoordelijkheid.
Je leert ze uitzoeken wat zij moeten doen om weer verder te kunnen. Ze krijgen zo de ervaring mee dat iedereen zijn grenzen heeft. Dat zij grenzen hebben en dat de ander die ook heeft. En je leert ze zelf met vallen en opstaan hun eigen conflicten op te lossen.
De moeite waard om eens uit te proberen.
Je zult zien hoe snel ze een conflict oplossen als jij geen partij kiest!
Tip 2. Stel zo min mogelijk vragen.
(Tenzij het vanuit medisch oogpunt noodzakelijk is dat je precies weet wat er gebeurd is).
Volwassenen hebben vaak de behoefte om uit te zoeken wat er precies gebeurd is.
Op deze manier kunnen wij begrijpen wat er gebeurd is om onze acties daarop af te stemmen.
“Wat is er gebeurd”
“Wat heeft je zus precies gedaan?”
“Wat heb jij gedaan?”
Zonder dat we er erg in hebben, vuren we de ene na de andere vraag op onze kinderen af.
Kinderen zitten daar niet op te wachten. Ze vragen niet om een diagnose. Ze vragen niet om een rechtszaak. Ze willen alleen maar getroost worden.
Als wij vragen stellen, zijn we niet aan het troosten of aan het luisteren.
Een kind zal het gevoel krijgen dat het zich moet verdedigen of verantwoorden. Het zal zichzelf en zijn tranen wegcijferen om aan onze behoefte om duidelijkheid te krijgen te voldoen.
Misschien voelt het zich zelfs afgewezen.
Blijkbaar is onderzoek naar wat er precies gebeurd is belangrijker dan zijn pijn en verdriet.
Blijkbaar moet eerst grondig onderzocht worden of zijn pijn en verdriet een goede reden hebben.
Een kind wil alleen maar dat jij meeleeft met zijn verdriet.
Ongeacht wat er voorgevallen is.
Ongeacht of de reden die hij aanvoert in jouw ogen terecht is of niet.
Een kind voelt zich op zo’n moment rot. Het wil jouw veiligheid voelen.
Jouw meelevende woorden.
Misschien is de ruzie helemaal niet de hoofdreden dat een kind huilt.
Misschien was dit een kleine aanleiding om al zijn verdriet van de afgelopen tijd eruit te huilen.
Wij weten vaak niet wat er in het hoofd van onze kinderen rondspookt.
Het is fijn voor een kind als het zijn energie niet hoeft te steken in het beantwoorden van allerlei vragen, maar dat het gewoon bij je mag zijn om uit te huilen, zonder dat jij daar een oordeel over geeft.
Zo kan een kind voor zichzelf zelf bepalen wat er precies gebeurd is en wat hij zelf nog te doen heeft voor het weer verder kan.
Een mooi leermoment waar het de rest van zijn leven nog wat aan heeft!
Tip 3. Geef geen ongevraagde adviezen
“Je moet niet zo over jezelf heen laten lopen.”
“Daag je zus dan ook niet zo uit”
“Volgende keer zeg je maar dat…”
“Huil maar niet zo, het valt best mee”
Een kind heeft niets aan deze adviezen. Het kan ze ook niet tot zich nemen.
Het voelt zich rot. Het kan niet denken aan wat het had moeten doen of wat het de volgende keer zou moeten doen. Een kind wil daar ook niet aan denken. Het enige dat voor je kind telt is de situatie nu.
En nu is het verdrietig. Nu heeft het pijn. Nu heeft het de veiligheid en de onvoorwaardelijke steun van zijn ouder nodig.
Met deze ongevraagde adviezen geef je een kind de boodschap mee: “Ik vertrouw er niet op dat jij dit soort situaties aankan.” of “Ik weet het beter dan jij”.
Misschien weet jij wel meer, omdat jij veel meer levenservaring hebt. Maar een kind heeft recht om zijn eigen pad te gaan en om zijn eigen ervaringen op te doen. Handige én onhandige.
Een kind heeft recht om zijn eigen manieren uit te proberen. En om deze te laten mislukken om daar vervolgens zijn eigen les uit te trekken.
Een kind heeft van ons een schouder nodig om op uit te huilen als het zijn neus gestoten heeft bij een harde les. Het heeft onze veiligheid nodig om zijn eigen conclusies te durven trekken en zijn koers bij te stellen.
Een voorbeeldsituatie
“Merel heeft me geslagen”, snikt Angela.
“Ik wilde niet dat ze met mijn barbies speelde en toen sloeg ze me”, vervolgt ze terwijl de tranen over haar wangen stromen. Angela’s moeder pakt haar vast en trekt haar op schoot.
“Dat heeft vast heel erg pijn gedaan. Je wang gloeit helemaal. Het is nooit fijn om ruzie te hebben hè?”
Angela schudt hard haar hoofd, terwijl ze haar tranen laat stromen.
Minutenlang huilt ze al haar tranen uit in haar moeders armen.
Minutenlang doet haar moeder niets anders dan haar vasthouden. Af en toe geeft ze een kus op haar hoofd. Pas als het snikken minder wordt, vraagt haar moeder: “Wil je wat drinken? Je zult wel dorst gekregen hebben.”.
Angela knikt. Ze klimt van haar moeders schoot.
Moeder roept naar boven: “Merel, wil je ook wat drinken”.
Respectvol zijn en medeleven tonen kun je alleen maar aan je kind leren door zelf respectvol te zijn en mededogen te tonen. Jij bent de spiegel.
Hoe jij omgaat met conflictsituaties van je kinderen is van grote invloed op hoe zij hun eigen conflictsituaties op lossen.
Wees het voorbeeld dat jij wilt zien!