Theoretisch gezien

Ze zat te tekenen en ik liep langs.
Ze vroeg: ‘Kijk mam, wat vind je ervan?’
‘Ik zei: ‘Wow, wat mooi zeg. En wat is ie grappig!’
Ik meende het nog ook.
Ik vond hem mooi en grappig.

Maar ‘oeps’, schoot door mijn hoofd.
Is dat wel volgens de theorie van de complimenten.
Ik verkondigde mijn mening.
Was ik volgens de theorie niet de intrinsieke motivatie van mijn kind aan het verpesten?
Ik liep snel ergens anders heen, zodat ik bij eventuele schade niet nog meer aan kon richten.

Toen kwam ‘pling’ dat mailtje binnen.
Een reactie op een van mijn oude blogs.
Ik had al een poos niets geschreven.
De woorden kwamen gewoon even niet.
Het schrijfvlammetje was een klein waakvlammetje geworden.

In de mail stonden mooie woorden.
Die mooie woorden vormden een compliment.
Een compliment geheel tegen de theorie van de intrinsieke motivatie en dat soort dingen.
En ik?
Ik pakte mijn pen op en begon te schrijven.
Want er waren weer woorden.
Het waakvlammetje was uitgegroeid tot vlam.

Halverwege mijn woordenstroom op papier stond ik op en liep naar de tafel.
De tafel waar zij nog steeds zat te tekenen.
Geheel volgens mijn theorie die inhield dat ik die dag alle verstandige theorieën in de ijskast zou zetten, zei ik:
‘Hij is echt heel mooi en heel bijzonder.’
‘Weet ik mam’, antwoordde zij.
‘Dat vind ik ook. En ik ga hem nog bijzonderder maken.’

Misschien heeft haar intrinsieke motivatie die dag een deuk gekregen.
Maar volgens mijn theorie van vandaag, ga ik me daar pas morgen weer druk om maken.
Of overmorgen.
Als dat theoretisch gezien mogelijk is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *