Ouderschap, een vak apart

Er wordt ontzettend veel geschreven en gesproken over kinderen.
We weten veel over wat normaal is bij kinderen en wat niet.
We praten over wat goed is voor hen en hoe we met ze om zouden moeten gaan.
Maar hoe zit dat met ouders?

O zeker, er wordt in de literatuur ook veel over hen geschreven.
Maar we bestuderen, analyseren, beoordelen ouders voornamelijk vanuit de problemen van het kind. De meeste literatuur heeft het belang en de beleving van het kind als uitgangspunt.
We lezen hoe ouders kinderen kunnen stimuleren of hoe ouders kinderen schade kunnen toe brengen. Maar weten we eigenlijk wat normaal is voor ouders? Weten we wat zij nodig hebben om hun kinderen succesvol groot te brengen? En wat is dat nu eigenlijk ‘ouderschap’?

Ouders zijn namelijk niet alleen opvoeders.
Het zijn ook partners, kostwinners, vrienden, vriendinnen, buurmannen en buurvrouwen.
Ze sporten ook en hebben hobby’s, verzorgen hun ouders, drinken teveel, hebben zorgen, enzovoort.
Anders dan op scholen on dagverblijven gaat een groot gedeelte van het groot brengen van kinderen bij ouders tussen de bedrijven door
Tussen het koken en telefoontjes door.
Tussen werk, bezoek en een kopje thee.
Tussen het sporten, opruimen door en lezen door.
Kortom: ouderschap is veel meer dan opvoeden alleen.
Gelukkig maar.
Op deze manier lukt het ouders om de oudertaak 7x24x365 uur per jaar vol te houden.
En dat gaat in veel gevallen en in veel gezinnen goed.
Helaas gaat het soms ook mis.

Hoe kan het dat de ene ouder succesvol is in zijn ouderschap en de ander niet?
Hoe kan het dat sommige ouders in moeilijke omstandigheden moeiteloos door het opvoedproces heen lijken te bewegen, terwijl andere ouders onder veel makkelijkere omstandigheden stranden?

De verklaring is volgens Alice van der Pas niet zozeer te vinden bij de aanleg, problemen of karakter van een kind.
Ook zul je de verklaring volgens Van Der Pas niet zozeer vinden bij ouders met hun tekorten, ziekte of psychiatrische problemen.
Zelfs niet in een slechte school, behuizing of buurt.
Al deze omstandigheden hoeven niet per se een negatieve invloed te hebben.
De verklaring is volgens haar te vinden in vier beschermende processen, die een buffer vormen voor ouders.

Wat zijn die 4 bufferprocessen?

Bufferproces 1: een solidaire gemeenschap.
In geen enkele cultuur kunnen ouders zonder solidariteit en steun van de samenleving.
Ouders hebben hulp nodig van de samenleving. Ze kunnen het niet alleen.
Ze hebben het nodig dat de samenleving (landelijke en lokale politiek, scholen, kinderopvang, kerken, hulpverleners, enzovoort) met ze meedenkt en mee zorgt.
Zonder deze steun kunnen grote problemen ontstaan in gezinnen.

Bufferproces 2: een goede taakverdeling
Een kind grootbrengen is ontzettend veel werk.
Denk alleen maar eens aan dagelijkse taken als het aan- en uitkleden, wassen, eten klaarmaken, naar sport brengen en halen, kleren wassen, etc. Dan moet ook nog het huis schoongemaakt worden, de administratie op orde zijn en de rekeningen betaald worden. Een goede taakverdeling tussen beide ouders is onmisbaar.
Maar daar redden ouders het niet mee.
Elke ouder heeft eigenlijk hulpouders nodig die (tijdelijk) taken overnemen.
Als er geen goede taakverdeling is en ook geen praktische hulp of goede raad beschikbaar is van ‘hulpouders’ stagneert bufferproces 2. De kans is groot dat het fout loopt.

Bufferproces 3: een metapositie
Ouders kunnen een heleboel moeilijkheden aan en eventueel oplossen als zij van een afstandje naar hun eigen ouderschap kunnen kijken. Ouders die van een afstandje naar zichzelf kunnen kijken bevinden zich in een metapositie. Vanuit deze positie kunnen zij hun eigen handelen beoordelen en zo nodig aanpassen. Als het ouders niet lukt om vanuit de metapositie naar hun ouderschap te kijken, zal iemand anders deze taak over moeten nemen.

Bufferproces 4: ‘goede ouder’-ervaringen
Een kind met zelfvertrouwen doet het veel beter op school dan een kind zonder zelfvertrouwen. Dat weet iedereen. Maar dit zelfde geldt natuurlijk ook voor ouders. Een ouder met zelfvertrouwen doet het veel beter dan een ouder zonder zelfvertrouwen. Goede ouderervaringen zijn hierbij onmisbaar.
Als een ouder te weinig van deze ervaringen heeft, hebben ze hulp nodig bij het creëren van goede ouder-ervaringen.

Als één of meerdere bufferprocessen stagneren, ontstaan er problemen.
Zelfs als de omstandigheden nog zo gunstig lijken.
Andersom geldt hetzelfde.
Zolang deze vier buffers voldoende aanwezig zijn, kunnen gezinnen zelfs in de meest moeilijke omstandigheden goed functioneren.

Ouderschap, er valt zoveel meer in te ontdekken dan we tot nu toe weten.
Het is een vak apart.

(Bron: Handboek Methodische Ouderbegeleiding deel 3; Eert uw Vaders en uw Moeders, Alice van der Pas)


Donderdag 28 mei was Jacqueline Schilling gastspreker bij het webinar  ‘Ouderschap, een vak apart’ plaats.
Hieronder kun je een korte versie van dit webinar bekijken.

Het hele webinar is vanaf nu te koop in de webshop

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *