Ik stap de bus in
Jij stapt uit
Het is laat
Jij bent alleen
Helemaal alleen
Jouw ogen kruizen de mijne
Heel kort
Ik lees angst
Angst in je ogen
Je doet me denken aan hem
Hij was als jij
Jong en alleen
Je lijkt op hem
Je ogen,
je mond,
je blik.
Ik kwam hem af en toe tegen
In de tram
’s Avonds
’s Avonds laat
Te laat voor hem
Te alleen voor hem
Ik liep met hem mee naar zijn voordeur.
Ik stap de bus in
Jij stapt uit
Het is laat
Jij bent alleen
Helemaal alleen
Jouw ogen kruizen de mijne
Heel kort
Ik lees angst
Angst in je ogen
Is het de angst voor het donker?
Het donker, waar je nu in moet verdwijnen?
Is het de angst voor de opmerking?
De opmerking die ik zou kunnen maken?
Over jou
Zo laat
Zo alleen
Zo laat en zo alleen
Hier in het donker
Is het de angst voor het oordeel
Het oordeel dat misschien ergens in mijn ogen verborgen ligt?
Jij bent uitgestapt
Ik ben gaan zitten
Mijn ogen kruizen de jouwe
Jouw lip krult aan één kant op
Je oog knijpt iets toe
Een kleine glimlach verschijnt op je gezicht
Je doet me denken aan hem
Hij was als jij
Jong en alleen
Je lijkt op hem
Je ogen,
je mond,
je glimlach.
Zijn glimlach bij de voordeur, als het me lukte die opmerking niet te maken.
Zijn glimlach bij de voordeur als het me lukte dat oordeel uit mijn ogen te houden.
Jij bent uitgestapt
Ik ben gaan zitten
Mijn ogen kruizen de jouwe
Jouw lip krult aan één kant op
Je oog knijpt iets toe
Een kleine glimlach verschijnt op je gezicht
Klein, maar groot genoeg
Groot genoeg om het oordeel uit mijn ogen te verjagen
Groot genoeg om mijn mond stil te houden en enkel mijn hart te laten spreken:
“Kom alsjeblieft veilig thuis”.