Is het waar wat ze zeggen, minister?

Beste minister van onderwijs,

Is het waar wat ze zeggen, minister?
Dat u kinderen jarenlang laat zwoegen op toetsen voor het leerlingvolgsysteem. Gewoon voor de grap. En dat al die toetsen na het maken van de Cito-eindtoets waardeloos geworden zijn, omdat steeds meer middelbare scholen alleen nog maar het eindcijfertje van de Cito-eindtoets willen weten.
Kunnen we die andere toetsen dan niet gewoon uit het pakket gooien en wat meer aandacht besteden aan de echt belangrijke doelen, zoals bijvoorbeeld “Hoe zorg je ervoor dat je gelukkig wordt in het leven?” Of  “Hoe onderhoud je vriendschappen?” of “Hoe zorg je voor elkaar.”

Is het waar wat ze zeggen minister?
Dat de toekomst van kinderen van drie dagen in hun schoolcarriere afhangt. Dat als ze deze drie dagen niet optimaal presteren, ze niet op de school kunnen komen die zij voor ogen hadden. En dat dit stress oplevert bij kinderen en hun ouders? (En natuurlijk niet te vergeten bij leerkrachten). En is het waar dat sommige leerkrachten zelfs frauderen om de Cito-score op te krikken. Frauderen dat mag toch niet, minister. Dat is best een probleem hè.
Maar minister, Japan heeft dé oplossing. Misschien iets om over na te denken en te bespreken met uw hulpjes in Den Haag. In Japan hebben ze op sommige middelbare scholen infusen in de klas staan om prestatieverhogende middelen het bloed in te druppelen. Vindt u dat geen goed idee voor tijdens de Cito, minister?

Is het echt waar wat ze zeggen, minister?
Dat u talloze kinderen en ouders (en leerkrachten) tot wanhoop drijft omdat u scholen opdrijft tot presteren, presteren en nog eens te presteren.
Wist u dat basisscholen hun lesstof afstemmen op de CITO-eindtoets? En wist u dat ze wekenlang alleen maar oude Cito-toetsen oefenen om de scores omhoog te krijgen. En wist u dat veel middelbare scholen geen risico’s meer durven te nemen. Er zijn scholen die kinderen weigeren die op de Cito onder hun kunnen hebben gescoord (terwijl de leerkracht aangeeft dat het kind het echt aankan). Alleen maar omdat middelbare scholen bang zijn dat ze er door u op afgerekend worden? Wist u dat daardoor een grote groep kinderen op lagere onderwijsvormen terechtkomt dan ze aankan?

Wist u, minister, dat dit rampzalig is voor hun motivatie en zelfbeeld. Dat dit voor psychische problemen kan zorgen. (En wist u dat het oplossen van deze psychische problemen een heleboel geld kost. Daar zullen uw collega’s niet blij mee zijn!)

Maar weet u minister. Gelukkig hebben we tegenwoordig heel veel kindertherpeuten en kindercoaches die de kinderen weer laten herontdekken dat ze het allemaal wél in zich hebben.
O en weet u minister, toevallig ben ik zo’n kindertherapeut die ook Cito-slachtoffertjes helpt om hun zelfvertrouwen terug te winnen. Die ze laat inzien dat het ook kan zijn dat de rest zich vergist, omdat niet alle volwassenen zo helder kunnen kijken als zij. (Wel een beetje omslachtig hè. En eigenlijk ook wel een beetje onnodig. Maar goed, u bent de baas. Wij passen ons allemaal wel aan.)

O ja, Minister, weet u trouwens hoe ik kindertherapeut geworden ben?
Wel een grappig verhaal hoor. Minister.
Dat komt namelijk omdat ik uit de tijd stam dat het oordeel van leerkrachten belangrijker was dan de Cito-score. Mijn meester had het volste vertrouwen in mij. (Net als heel veel juffen en meesters nu trouwens nog steeds vertrouwen in kinderen hebben).

Want minister, mijn Cito uitslag viel een beetje tegen. “Het kwam niet overeen met wat ze van mij verwacht hadden”, zoals ze zo mooi zeiden. “Teleurstellend”, noemden ze het ook wel. “Er zat meer in me”. En weet u minister. Dat wist ik zelf natuurlijk ook wel. Dat voelde ik van mijn tenen tot aan mijn kruin. Maar mijn Cito uitslag zei: Nee hoor, Mavo is precies goed.

Weet u hoe dat voelt minister. Weet u hoe het voelt als je zeker weet dat je heel veel kan, maar dat dat om één of andere reden niet in de Cito-uitslag komt te staan?
Eén hint minister: Dat is niet een fijn gevoel!

Maar meester Joop zei “Doe niet zo gek. Ik zorg ervoor dat jij op de Havo komt. Ik regel dat wel met de school”. Ik heb ook wel een beetje mazzel gehad hoor minister. Mazzel dat ik niet een paar jaartjes later geboren ben. Want toen deed die school dat niet meer. Toen was de meester niet belangrijk genoeg meer. Toen won Cito het.

Maar bij mij won Cito het nog niet, minister. Ik mocht naar de Havo.
En weet u minister. Ik heb helemaal geen Havo gedaan.
Ik stroomde door naar het VWO! Ik  heb wel hard gewerkt hoor, minister. Maar ik vond het zo fijn dat ze vertrouwen in mij hadden. Hard werken deed ik dus graag. Ik wilde heel graag laten zien dat ik het echt in me had.

Ik ging naar het VWO minister! Grappig hè. Dat is wel iets anders dan Cito adviseerde!
O, en daarna ging ik PABO doen. Want ik wilde al die kinderen graag leren dat het echt niet aan hen lag! O ja, En daarna deed ik onderwijskunde. Je weet maar nooit, misschien wilde ik Cito wel van binnenuit gaan uithollen.
Dat heb ik toch maar niet gedaan. Het is toch ook allemaal niet hún schuld. Nee, minister. Ik besloot toen om kindertherapeut te worden. Want het was toch handiger om kinderen meteen te leren dat het echt niet aan hen lag en wat ze konden doen tegen degene die dat wel dachten. Wie weet hoeveel Cito’s ze nog in hun leven tegen zouden komen.

Grappig he, minister. Als ik later geboren zou zijn dan was ik naar de Mavo gestuurd. Dan zou ik nu al die Cito-slachtoffertjes niet hebben kunnen vertellen dat het echt niet aan hen ligt.

Lang leve meester Joop (die helaas veel te vroeg gestorven is). Hij kende mij langer dan een toetsje! Hij had vertrouwen in mij. Hij had vertrouwen in zijn eigen oordeel. Hij vertrouwde erop dat ons vertrouwen samen meer waard was dan Cito

En weet u minister….. Dat mocht gewoon van de minister-van-toen.
Dat waren nog eens tijden!

Kinderen moeten erg veel geduld hebben met grote mensen…..
Maar wij die het leven begrijpen, wij hebben natuurlijk lak aan getallen!”

(Dat laatste is uit “De Kleine Prins van Antoine de Saint-Exupéry. Heb ik gelezen voor mijn eindexamen Frans. Moet u ook eens lezen..Een tip: hij is ook in het Nederlands vertaald als u niet zo van Frans houdt.)

O ja, minister, en als u nu denkt: “O dat is allemaal wel waar, zeg, maar wat is dan wel belangrijk? En hoe moet het dan wel in het onderwijs?” Dan nodig ik u uit om samen met mij naar deze film te kijken. (Ik kan er geen genoeg van krijgen namelijk). Japan heeft naast infusen ook hele goede oplossingen namelijk. Ik weet zeker dat u dan nooit meer van die gekke dingen zal zeggen over cijfers en presteren! (En misschien pinkt bij het kijken zelfs wel een traantje weg.)

Groeten,

Marlies

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *